We hebben deze week de week tegen eenzaamheid.
Toen ik gisteren mijn moeder terugreed van een werkelijk zeer geslaagde fysiotherapiesessie klopte er een mevrouw nadrukkelijk op een glazen deur aan het einde van de gang. Ze wenkte ons. Wij moesten linksaf, de blauwe lijn volgen. Omdat ik dacht dat deze mevrouw mijn moeder kende, rolde ik mijn moeder even door, de gang in. Maar mijn moeder kende haar niet. Een bouwvakker vertelde me dat deze mevrouw daar de hele dag staat te bonzen. Ze wil eruit.
Ik zwaaide door de glazen deur naar de mevrouw, wees op mijn moeder en draaide ons om.
‘Ach ja,’ zei mijn moeder.
Een uur later gaf ik haar de afstandsbediening van de televisie en draaide de stoel zodat ze voor de avondboterham nog even tv kon kijken. Toen ging ik weg. Het schemerde lichtjes, de avond was nabij.