Ik rende over het jaagpad langs het Van Starkenborgkanaal, een bladstille zaterdagochtend, zonovergoten, geen mens op pad. In de verte ploegde traag een vrachtboot richting Stad. Langzaam maar zeker haalde ik de boot in. Zij lag hoog op het water, de hekgolf bij de schroef was enorm. Het water dat ze achterliet kwam me tegemoet. Het golfde hoog op en naar alle kanten. De boot had geen haast, zoveel was duidelijk. Na een minuut of wat liep ik dan ook langszij. Daar liep een keurig strakgelijnd boeggolfje even met me mee. En weer even later had ik haar ingehaald. Al dat water, rimpelloos en nog volkomen onwetend van de turbulentie op komst.
Dit moest een metafoor zijn. Maar wat staat voor wat? Is die boot de mens die gestaag doorvaart, zich lichtelijk bewust van de turbulentie die hij of zij achterlaat en zich totaal onbewust van wat hij nog teweeg gaat brengen? Is het water de tijd die uiteindelijk alles weer gladstrijkt? Of is juist het water de mens en de boot diens leven? En ik dan, die zwoegende zwetende ploeterende hardloper aan de wal, wat haal ik in, wat laat ik achter?
Ik besloot dat dit was wat het was en meer niet. Een mooie dag.
Op de foto het kanaal in warmere tijden
Lees altijd met genoegen de column, maar wat het jaagpad betreft, dat is nooit als jaagpad gebruikt geweest, het kanaal dateert van 1938 en toen hadden schepen al motoren, maar doet verder niets af van de column, moi, Jan Elsinga, Zwolle ( oud stadjer)
Beste Jan, dank voor je vriendelijke woorden. Ik voelde inderdaad dat ‘jaagpad’ het juiste woord niet was. Nu begrijp ik waarom. Dank.