Schatkamer boekenkast. Grote kleinzoon kwam gisteren thuis, op donderdag is hij thuis bij ons. Hij verkneukelde zich. Eerst een lekker drinken, dan twee boterhammen en dan voorlezen uit Otje. ‘Lezen, lezen!’ spoort hij me aan terwijl hij zich onder mijn vleugels in de bank installeert. Bijzettafeltje erbij. Erop het brood en het drinken. Hij schurkte zich nog eens behaaglijk in mijn zij en zei out of the blue: ‘Karlson van het dak’. Z’n oogjes glommen.
Schatkamer boekenkast. ‘Otje’, ‘Karlson van het dak’, ‘Pluk’ en straks de volledige Thea Beckman, de kinderboeken van Bos en Klootwijk. En o, als dat zou klikken, ‘Jelle van Sipkes Froukje’. Onvergankelijke boeken die kleinzoon en ik op onze speurtochten door het huis ontdekten. Karlson leest hij nu met zijn vader wiens ogen ook begonnen te glimmen toen hij het boek na 25 jaar weer zag.
Ik gun ieder kind en haar of zijn volwassenen een tijdloos boekenkastje. Zo’n kastje waar je 25 jaar later nog blij van wordt. Ik gun ieder kind zo’n schatkamer. Ik gun trouwens ook ieder kind iemand die eruit voorleest.
Overigens is op veel plekken zo’n schatkamer al in de buurt. De bieb. Ze lezen er ook nog eens voor.