In wat nog steeds mijn krant is, stond gisteren een groot artikel over jongeren die roken. Roken is niet lekker begrijp ik. Roken is een leefstijl. Wie rookt is anders. Jenny van 21 studeert Communicatiewetenschappen in Amsterdam. Zij zegt (en ik kan niet zien of ze erbij bloost of niet): ‘Ik rook nu 6 à 7 sigaretten per dag, maar als er alcohol bijkomt, rook ik met gemak een half tot een heel pakje op een avond.’ En even later: ‘Ik denk dat mensen die tegenwoordig roken heel erg in het nu leven.’
Gedragsverandering door voorlichting is moeilijk. Mensen weten dat roken slecht is. Maar wat ze over een mogelijke gebeurtenis in de toekomst weten (ziekte en andere ellende als gevolg van roken) schuiven ze weg. Het genot in het nu gaat voor. Ik blijf dat vreemd vinden. En dan heb ik het echt niet alleen over Jenny maar ook over mezelf en over u.
Jenny formuleert het modieus en een aspirant-communicatiedeskundige waardig: ‘rokers leven heel erg in het nu’. Tja, dat bekt wel. Je kunt het ook anders formuleren: rokers zijn mensen met een heel beperkt voorstellingsvermogen. Stel dat Jenny weet dat als ze nu dat pakje rookt, de kans dat ze over 24 uur een nare ziekte oploopt 50 % is. Ik schat in dat ze dat pakje niet rookt. En als we daar nu eens 24 dagen van maken? Ook dan blijft ze van de sigaretten af. 24 weken, 24 maanden? Jenny laat de nicotine voor wat het is. Maar 24 jaar? Kennelijk zit er ergens tussen de 24 maanden en de 24 jaar een grens aan het voorstellingsvermogen.
Wat helpt wel? Als je met deze bril door het nieuws bladert, ziet hoe nijpend het probleem is. De krant van gisteren gaat over de vraag hoe je gedrag beïnvloedt. Hoe zorgen we ervoor dat notoire relschoppers rond Oud en Nieuw lekker thuis gaan sjoelen en naar het cabaret van Erik van Muiswinkel kijken? Hoe zorgen we ervoor dat mbo-leerlingen op tijd komen op hun stage-adres? Hoe zorgen we ervoor dat winkeldieven hun boodschappen gewoon op de band leggen? De koppen bij de verschillende artikelen luiden: ‘De taaie praktijk van de harde aanpak’, ‘Waarschuwen helpt beter dan lik op stuk’ en ‘Compassie met jongeren die fouten maken’ (zoek zelf uit welke kop bij welk artikel hoort).
In een van de artikelen zegt Herman Vuijsje ‘Zware straffen en de dreiging van een snelle rechtspraak hebben wel degelijk een afschrikkend effect, reken maar.’ Misschien is dat een oplossing voor Jenny.