Een gewoon verhaal

Ooit beschouwde ik ambitie als het streven om hogerop te komen. Ik keek er wat op neer. Maar ambitie is natuurlijk méér. Veel meer.

Wij waren afgelopen weekend bij een voorstelling van de Groningse tekstschrijver-collega Helma Erkelens: ‘Door de ogen van mijn moeder’. Een prachtige voorstelling waarin ze beschrijft hoe haar moeder als jong meisje de Tweede Wereldoorlog beleefde.

De voorstelling had gespeeld zullen worden tijdens het Marne Vrede Festival in 2020 maar dat ging niet door. Nu kon het. Gelukkig. Wat een prachtige voorstelling!

Helma Erkelens is tekstschrijver. En dat merk je. Als tekstschrijver kan ze een verhaal vertellen. Oók het verhaal dat haar moeder en ooms en tantes haar vertelden over de oorlog. Een gewoon gezin, een gewone oorlog, een gewoon verhaal. Maar ieder gewoon verhaal is voor degene die het beleefde het verhaal van zijn of haar leven. In een tiental vertellingen belicht Helma Erkelens telkens een detail uit dat levensverhaal waardoor we haar moeder leren kennen. De paniek als er een vliegtuig overvliegt. Het wegkijken van foto’s met Duitse uniformen. Details waardoor we meekrijgen dat een gewoon verhaal ook een uniek verhaal is.

Dat een tekstschrijver een verhaal kan vertellen begrijp ik. Maar Helma Erkelens is ook zangeres. Ze wisselt haar vertellingen af met prachtige liederen, daarbij begeleid door een pianist en een violist. Het zijn die liederen die de voorstelling een bijzondere glans geven.

Ten slotte. Wat ik eigenlijk nog het meest bewonder is de moed en de flair en het doorzettingsvermogen om van dat verhaal van je moeder een theatervoorstelling te maken. Dat is waarachtige ambitie, waardevolle ambitie. In mijn ogen.


Lees meer over de voorstelling op speciale website Door de ogen van mijn moeder.

David Hockney in Amsterdam

David Hockney. Ooit schreef ik een blog over een schilderij van hem: Bigger trees near Warter. Dat zag ik op televisie. Op een scherm van 60 breed en 40 hoog. Centimeters. Ik vond het mooi. Gisteren stond ik in Amsterdam oog in oog met werken ter grootte van 10 bij 4. Meters.  Ik vond het adembenemend.

Ik kende Hockney van de Californische zwembadschilderijen. Die raken mij niet. Klinisch. Posterkunst. De schilderijen in het Van Gogh Museum maakte hij in Engeland. Ze gaan over de vreugde en geneugte van de natuur. Daar heb ik duidelijk meer mee. Hoe die bomen stuk voor stuk zichzelf zijn, hoe ze samen een bos zijn en een landschap worden, hoe ze ons toelaten en op afstand houden. Hoe het licht tussen de bomen hangt, of het nou winter, lente, zomer of herfst is. En hoe dat licht je betovert.

Was het druk? Ja. Maar doordat je moet reserveren was de drukte doenlijk en door de grootte van het meeste werk kun je er ook echt met z’n allen van genieten.

Dat we een uur eerder de Leermster dichter F en zijn loopbaancoach T in hun nieuwe Amsterdamse onderkomen konden ontmoeten maakte de grauwe natte zondag tot een ware topdag. Dichter F zwaaide ons op een enorm billboard op het perron hoogstpersoonlijk uit.

Als ’s morgens het licht
door de gordijnen dringt
smelten je laatste dromen.

Hockney liet me zien dat datzelfde licht ook nieuwe dromen kan doen ontstaan.


Links:

Van Gogh Museum ,The joy of nature, Tentoonstelling Hockney – Van Gogh

Fetze Pijlman, De eerste dag

Weekend

IMG_8094

Het was dit weekend het Groot Nationaal Uitstapjesweekend. Alles kon, we deden niets. Nou – dat schrijf ik vooral op omdat het lekker bekt. We deden niet heel veel maar wel iets. We bezochten landhuis Oosterhouw en waren ontzettend blij dat we die tuin niet hoefden te onderhouden. We bezochten Verhildersum voor koffie en appeltaart en waren ontzettend blij dat we die tuin niet hoefden te onderhouden en we bezochten een evenement in het Frank Mohr Instituut (de kunstacademie voor masterstudenten) alwaar de jongelui hun kunsten vertoonden: Shaky Grounds Festival, geïnspireerd op het werk van kunstkring De Ploeg rond 1930. Daar hadden ze geen tuin. Wel klei.

Een interessant onderdeel van het festival was een performance van Inbal Ann Hershtig, een Israëlisch meisje dat de meetgegevens van de aardbevingen in Groningen had gedownload. Op een groot plateau voor zich lag de plattegrond van de provincie Groningen plus een aantal emmers Groninger klei. Ze liet een soort klok versneld lopen die ze had gekoppeld aan de meetgegevens. Bij iedere aardbeving bleef de klok stil staan en werd de locatie in het spotlight gezet. Daar legde ze dan een hoopje klei neer, de hoeveelheid liet ze afhangen van de magnitude. Ze had 3 maatbekertjes en een theelepeltje.

Ze was zondagochtend begonnen in 1987. De eerste jaren ging het snel. Maar toen wij haar om een uur of 3 ‘s middags spraken was ze maar nog bij april 2014. Loppersum en omgeving was al bedolven. Het was een soort infographic in klei. Maar was het kunst? Ik dorst de vraag niet te stellen. Ze was zo druk bezig met klei leggen.

De Ladies-run zagen we ook nog voorbij komen. En Ringo Starr. En de buren van de poes van de overburen. We misten de luid-estafette, 2 muziekfestivals en Rapalje. Martin Bril schreef eens: ‘Je mist meer dan je meemaakt. Helemaal niet erg.’

Woven skin

Woont u in Groningen of in de nabije omgeving van Groningen? Pak de fiets en ga naar de voormalige suikerfabriek aan het suikerterrein in Groningen. Bezoek de tentoonstelling van Claudy Jongstra ‘Woven skins’ in het oude zeefgebouw. Je vindt het met moeite. Fiets vanuit het centrum het Hoendiep af, richting Hoogkerk. Ga de rondweg onderdoor (rechts inderdaad de McDonalds) en sla daarna linksaf, de Energieweg in. Je fietst langs mooiemeubelzaak Snippe en komt dan op een wat desolaat stuk gras en beton. Daar zie je een voetgangersbrug en een fietsbrug over het Hoendiep. Kies de brug van je keuze. Ben je het water over dan zie je voor je het grote zeefgebouw. Trap op en de rest volgt vanzelf.

Wij dwaalden nogal, dat moet u niet overkomen.

Wat u dan ziet? 60 geweven dierenvellen of  jurken, opgespannen aan een soort enorm slakkenhuis van steigermateriaal, naargeestige beelden uit een slachthuis, maar niet heus. Het is alles plantaardig en organisch en die kleuren, die kleuren, ze zijn zo mooi, zo mooi. Bloedrood, walnootbruin, madeliefjeswit, gebroken wit.

De ruimte is sloopwaardig maar nog even niet. Hij geeft de doeken iets transparants en fragiels. Iets tijdelijks. Iets teders. Ik wilde ze mee naar huis nemen, maar dat mocht niet.

Woont u niet in de directe nabijheid van Groningen? Wacht dan even. Want dit Hemelvaartweekend rijden geen treinen tussen Assen en Groningen en is de ringweg Zuid  dicht.

Bekijk de site van Claudy Jongstra

dood en zo

Dit weekend hadden we een druk sociaal leven. We spraken veel mensen. Een beetje duizelig van zoveel contact zat ik gisteravond in de stilte van mijn kamertje. Er is, zo daagde mij, toch veel te zeggen voor het ouderwetse tweegesprek. Je zit samen op een bankje. Iemand vertelt wat, de ander reageert daarop. Noem het een dialoog. Dat hoeft niet een dialoog te zijn die je een nieuw inzicht oplevert. Nee, ik word al blij als ik met iemand die ik hoogacht of liefheb een half uurtje praat over hoe het gaat. Met het leven, het huwelijk, het huis, de tuin, de kleinkinderen, de kinderen, de moeders, de liefde, de leeftijd. En over hoe het verder moet.

Met de meisjes van het Pedagogisch Didactisch Instituut trek ik al zo lang op dat een viergesprek ook een soort tweegesprek is. En tja, mijn gehoor is dusdanig dat in een café een tweegesprek het hoogst haalbare is. Zeker een café op vrijdagmiddag.

Het mooiste tweegesprek voerde ik echter – excuus lieve gesprekspartners – dit weekend niet zelf. Dat voerden Annemarie Prins en Eva Duijvestein. Sophie Kassies schreef het op. En wij mochten het horen. Bij de première van ‘dood en zo’ van het Noord Nederlands Toneel . U begrijpt uit de titel: dat ging niet alleen over de aanbiedingen van de Lidl. Hoewel, ook die kwamen voorbij.

Het was een prachtig stuk over een waanzinnig probleem. Je bent best wel op leeftijd, je krijgt te horen dat je kanker hebt en neemt afscheid. En dan blijk je toch geen kanker te hebben. Je moet gewoon weer van voren af aan beginnen. Opstaan, tandenpoetsen, ouder worden.

De vriendinnen Prins (84) en Duijvestein (40) hebben het erover. Want dat de dood komt is wel duidelijk. Maar wanneer? En hoe? Dan toch maar die pilletjes uit een Chinese online zelfhulpwinkel? En waarom wil je dat? En hoe is dat voor de achterblijvers? En … nou ja, zoveel vragen, zo weinig antwoorden. Het gesprek is een gesprek tussen twee vriendinnen die elkaar kunnen zeggen wat ze willen zeggen. Maar soms ook niet. De ene wereld dijt uit. De andere wereld krimpt. Maar uiteindelijk lopen ze samen op. Uiteindelijk wordt het donker. Kijken!

Ik had het voorrecht de schrijfster na afloop te mogen zoenen. Ze zat stilletjes buiten, op een bankje, samen met een oude vriend. We kropen er gewoon tussen. Dat mocht, het was een première. Ik zei dat ik jaloers was op zoveel talent en doorzettingsvermogen, en ook dat ik trots ben. Dat kan samen gaan.

Annemarie Prins en Eva Duijvestein spelen dit prachtige stuk bij leven en welzijn nog 24 keer, tot eind december. Bekijk hier de speellijst van ‘dood en zo’.

Tussen beide

Krak. Met één welgemikte tik wordt een steen een stel. Ger Mulder  vertelde dat de breuk er al was, de beeldhouwer doet niet veel meer dan een helpend zetje geven. Om daarna de boel nog wat polijsten.

Hij noemde het werk ‘Mediation’.

Ironie waarschijnlijk. Maar je kunt het werk van een beeldhouwer misschien toch wel vergelijken met dat van een mediator. Je helpt de steen om te worden wie hij is. Je ziet een steen. Je ziet de breuk. En je denkt als kunstenaar (wie weet wat er in zo’n hoofd omgaat?) dat je twee dingen kunt doen. Lijmen waardoor de steen kwetsbaar blijft en lelijk, óf de breuk gebruiken om de twee helften te laten ontdekken dat ze getweeën samen mooi zijn.

Dat mijn foto niet zo geslaagd is, is reden te meer om dat beeld eens in het echt te gaan bekijken. Dat kan. In Nijelinde in Nijetrijne aan de Lindedijk. En je kunt er ook nog prachtig wandelen.

 

%d bloggers liken dit: