Kookles

Toen kleine O thuis moest blijven vanwege de operatie, was ik een middag alleen met grote kleinzoon. Het was een warm bad voor twee. We hadden besloten om pizza te maken en deden de boodschappen. Feilloos vond hij de cervelaatworst die hij wilde. De goudsalami die ik had gepakt verwees hij terug naar het schap.

Eenmaal thuis zette hij zich op het aanrecht en bekeek mijn doen en laten met warme belangstelling. Hij had ook wel wat tips. Ik deed de ingrediënten voor de bodem in de broodbakmachine: die kneedt het voor me. ‘Mama doet dat anders,’ deelde hij mee, ‘zij gebruikt de keukenmachine en zet het dan warm met een natte doek.’ Hij schikte zich in mijn aanpak.

Toen ik de mozzarella uit de verpakking haalde, brak hij het stuk geroutineerd en vanzelfsprekend met de hand in kleine stukjes. ‘Kijk,’ zei hij, ‘dit is lekker.’ Hij pakte een stukje mozzarella en wikkelde het in een plakje worst. Met één ferme hap was het weg.

Hij rolde het deeg uit. ‘Dat hoeft echt niet helemaal rond hoor’ stelde hij me gerust, dat proef je niet.’ Toen ik de twee stalen pizzaplaten tevoorschijn haalde, allebei bekleed met oud bakpapier, bekeek hij de platen onderzoekend. ‘Dat kan nog best’ vond ik. ‘Nee, echt niet. Daar moet je nieuw papier op doen’ wees hij me terecht. Ik schikte me.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.