‘Goedenavond, we storen u toch niet? We doen momenteel een campagne voor Greenpeace, en nee, ik ga u niet zeggen dat u minder moet vliegen …’
Hoe ad rem ben je? Want hij had best mogen zeggen dat ik minder moet vliegen. Dat moet ik namelijk. En hij ook. En u ook. Echt. Maar sinds de PVV de verkiezingen won, lijkt er een omslag in het denken over vliegen. Het moet weer kunnen. En soms denk ik het ook: als meer dan de helft van de Nederlanders BBB, PVV, Forum voor Democratie en VVD stemt, willen we kennelijk dat de boel naar de bliksem gaat. Maar dat mag ik niet denken.
Mensen vliegen de hele wereld af om te zonnen, te sightseeën, te surfen, te golfen, te genieten en rechtvaardigen dat met ‘Dat moet toch kunnen, een beetje genieten?’ Of ze rechtvaardigen het gewoon niet. Niets dat hen daartoe verplicht.
Ze hebben gelijk. Het kan. Het kan tenminste nog. Maar is genoeg niet een keer genoeg? Overigens maar niet terzijde: wat geldt voor vliegen geldt voor kaas en vlees en al die malle vleesvervangers en avocado’s en aardbeien in de winter en spullen, heel veel spullen. Het probleem zit ‘m niet in de mogelijkheden, het probleem zit ‘m in dat we zo veel willen.
Ik zou willen dat ik minder zou willen.
In de krant stond een mooi verhaal over het sufficiëntiedenken. Het is een opiniestuk van Fabian Dablander, Michiel den Haan en John Grin. Ze vinden het vast goed dat ik de PDF ‘Een geslaagde energie-transitie begint met minder in plaats van meer’ hieronder aanklikbaar maak.
Voor mij is minderen makkelijk.
In mijn hele leven heb ik teveel spullen verzameld.
Daar hoeft echt niets meer bij.
Stille groet,